3. Jij en de samenleving

Maatschappelijke ondersteuning

Uitvoering van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning is in handen van de gemeente. Deze is verantwoordelijk voor inwoners, die zonder (aanvullende) ondersteuning niet (volledig) kunnen deelnemen aan de samenleving. Die ondersteuning wordt verstrekt in de vorm van begeleiding, zorg en opvang. Binnen de wettelijke ruimte heeft de gemeente de vrijheid om de uitvoering van de WMO zelf vorm te geven. Wij staan voor een begrijpelijk gemeentelijk beleid, zodat mensen weten of en hoe ze in aanmerking komen voor de nodige zorg. 

Er is één aanspreekpunt, ook als de ondersteuningsvragen van uiteenlopende aard zijn. Vervolgcontacten tussen hulpvrager en gemeente vinden bij voorkeur plaats via internet.

 

Jeugdzorg

De uitvoering van jeugdzorg is eveneens in handen van de gemeente. Om ook specialistische zorg te kunnen bieden, werken meerdere gemeenten in de regio hierbij samen. Op deze wijze kan aan de hulpvrager beter maatwerk worden geleverd.

 

Ondersteuning voor gezinnen

Niet alleen zwakken en ouderen behoeven ondersteuning. Ook voor gezinnen kan door bijzondere omstandigheden (tijdelijk) steun in de rug nodig zijn. De gemeente draagt er zorg voor dat een voorziening als Centrum voor Jeugd en Gezin haar diensten op verantwoorde manier kan (blijven) uitvoeren.

 

Ouderenzorg

De gemeente ziet erop toe dat de ouderen niet in de kou komen te staan. Mantelzorg wordt gewaardeerd en gestimuleerd, en vereenzaming bij ouderen wordt waar mogelijk bestreden door activering van deze ouderen.

 

Voorkomen en terugdringen laaggeletterdheid

Laaggeletterdheid is een belangrijke oorzaak van achterstand in de samenleving, die ervoor zorgt dat een beroep op maatschappelijke ondersteuning nodig is. Wij willen dat zoveel mogelijk wordt ingezet op het terugdringen van deze laaggeletterdheid door het voorkomen ervan en door het aanbieden van mogelijkheden om op latere leeftijd de schade in te halen.

 

Behoud van voorzieningen

GBK blijft zich sterk maken voor goede voorzieningen in onze gemeente. Denk daarbij onder andere aan de bus voor het bevolkingsonderzoek borstkanker.

 

GBK over inclusieve samenleving

Iedere persoon heeft recht om ongehinderd aan de samenleving deel te nemen, ongeacht geaardheid, levensbeschouwing of gekozen (wettelijk geoorloofde) levensstijl.

Het anders zijn dan de meeste anderen kan in veel gevallen wel een beperking betekenen. Een lichamelijke beperking maakt dat je niet alle beroepen kunt vervullen.

Omdat ook bedrijven en organisaties recht hebben op de keuze voor een eigen cultuur, kan een persoonlijke keuze voor gedrag of uitingen die daar niet binnen passen, eveneens een beperking vormen.

 

GBK streeft ernaar dat:

  • de maatschappelijke zorg gericht is op het zelfstandig kunnen beslissen van inwoners; hierbij blijft de toegang tot de gemeentelijke ondersteuning laagdrempelig en staat de gemeente open voor particuliere initiatieven;
  • onafhankelijke professionele cliëntondersteuning mogelijk blijft, zodat een zorg ontvangende inwoner zich kan laten bijstaan en daarbij zelf de regie houdt, ook in geval van langdurige zorg;
  • het gemeentelijk beleid gericht blijft op het voorkomen van armoede;
  • ontstane armoedeproblemen zo snel mogelijk worden verholpen door inzet van schuldhulpverlening, met oog voor de eigen verantwoordelijkheid;
  • zij, die mantelzorg bieden, extra aandacht, ondersteuning en waardering blijven krijgen bij de getoonde inzet;
  • mogelijkheden voor mantelzorg in een vertrouwde omgeving worden uitgebreid door de procedures hiervoor eenvoudiger en sneller te maken;
  • de gemeente de mogelijkheid van financiële ondersteuning via 'meedoen bonnen' of financiële bijdrage voor kinderen actief bij de doelgroepen onder de aandacht brengt;
  • initiatieven niet in bureaucratische procedures verzanden, maar dat blijvend wordt bekeken welke procedures nog zinvol zijn;
  • het voorkomen van vereenzaming bij ouderen een actief punt van gemeentelijke aandacht blijft, waarbij activeren de inzet is, zodat men niet 'achter de geraniums belandt';
  • de gemeente in geval van zorgwekkend mijden van zorg niet wegkijkt, maar zich actief via bemoeizorg over de betreffende persoon ontfermt;
  • ouderen langer zelfstandig kunnen blijven wonen door vroegtijdige aandacht voor de mogelijkheid van zorgverlening aan huis.